Beleid
‘Werken aan een omslag van denken’
Harriët Tiemens, directeur Groene Metropoolregio en Robert-Jan Mullink, regisseur Circulair Bouwen
De piketpaaltjes voor circulair bouwen zijn in de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen (GMR) gezet. Al over zeven jaar moet de helft van alle te bouwen huizen circulair zijn. Het is een afspraak waar alle deelnemende gemeenten binnen de Groene Metropoolregio hun handtekening onder hebben gezet. Hoewel er in de regio al de nodige voorbeelden zijn, staat circulair bouwen volgens Harriët Tiemens, directeur Groene Metropoolregio en Robert-Jan Mullink, regisseur Conceptueel en Circulair Bouwen nog enigszins in de kinderschoenen. “Er is nog een omslag van denken nodig.”
Het gesprek met het tweetal vindt plaats op de dag dat de files weer een recordhoogte hebben. Ook de wegen in de regio Arnhem-Nijmegen zitten potdicht. Tiemens zucht. “We hebben enorm veel last van pendelaars. Iedereen vindt het natuurlijk enig om hier te wonen. Maar we moeten echt zorgen voor meer interessant werk in de regio en dichter bij de plek waar men woont. Enerzijds moeten we interessant werk in onze regio organiseren, anderzijds is hier al in vele sectoren een tekort aan personeel. Deze mismatch gaan we nu echt aanpakken. Iets waar we in het verleden wel eens laks in zijn geweest.”
Om die mobiliteit terug te dringen, is volgens de oud-wethouder van Nijmegen, ook het bouwen in de stad belangrijk. “Er zijn echt nog voldoende plekken. Zo zijn we in Nijmegen bezig met het bouwen op en nabij een bedrijventerrein, Winkelsteeg, waar nog veel ruimte vrij is. Het lijkt duur maar alle infra en voorzieningen zijn er al. Je hoeft er hooguit wat voorzieningen bij te plussen. Je moet oog hebben voor een goede en groene inrichting van de openbare ruimte.” Het betekent volgens haar wel dat er in het stedelijk gebied niet of nauwelijks nog ruimte meer is voor het bouwen van eengezinswoningen. “Maar de belangstelling voor appartementen in de stad is groot onder jongeren maar ook ouderen, die bijvoorbeeld uit een kleinere kern komen. Zij willen op hun beurt kleiner en dichtbij voorzieningen wonen.”
Harriët Tiemens zwaait alweer bijna twee jaar de scepter over de Groene Metropoolregio. De GMR is vanaf 2021 ontstaan nadat in 2014 de stadsregio was opgehouden te bestaan. “We hebben de afgelopen jaren hard gewerkt om in Den Haag weer op het netvlies te komen. Dat is belangrijk omdat we investeringen moeten doen die nodig zijn om juist die verstedelijking goed vorm te geven. Wij moeten hier ook tien procent van het landelijke woningtekort oplossen.”
Circulair
Die verstedelijking wil de regio wel op een duurzame manier doen. En vooral ook circulair, merkt Robert-Jan Mullink op. “Tien procent van de te bouwen woningen voor 2025, 25 procent na 2025, 50 procent in 2030 en 100 procent circulariteit in 2050 is waar wij naar toewerken.” Circulariteit is volgens Tiemens een onderwerp dat de regio al wel flink op het netvlies heeft staan. “We waren in 2018 de beste circulaire regio van Nederland. Dat heeft te maken met een aantal mooie acties die wij hebben uitgevoerd en nog steeds uitvoeren. Zo hadden we de groenste OV-concessie van Nederland. En dat komt omdat wij onze eigen GFT naar onze eigen vergister brengen die daar groen gas van maakt. En dat gas stoppen wij weer in onze eigen bussen. Alle gemeenten wekken hun eigen regionale hernieuwbare energie op. Dus wij hebben een contract met onze eigen energiecorporaties. In navolging van hoe de NS dat heeft gedaan met de treinen. Dit zijn dan twee hele grote voorbeelden, maar we hebben ook heel veel wat kleinere initiatieven.”
“We hebben een circulariteit impactladder waarmee we de circulariteit in een project kunnen meten
Mullink komt net uit een masterclass waar hij een presentatie over circulair bouwen heeft gegeven. “We doen in de regio inderdaad al veel,” onderschrijft hij de woorden van Tiemens. “We hebben een circulariteit impactladder, waarmee we de circulariteit in een project kunnen meten. Steeds meer gemeenten gebruiken deze ladder. Daar geven we uitleg over. Wat is nu circulariteit en wat is de mate van circulariteit? Het begint bij kennis en kunde.” Volgens Mullink ligt de focus bij materiaalgebruik. “Als we bijvoorbeeld het gebruik van een primaire grondstof terug kunnen dringen, gaat de circulariteit van een project omhoog. Daarnaast speelt het gebruik van biobased materiaal een rol. Maar ook de losmaakbaarheid en het hergebruik van een pand is belangrijk. En tot slot de toxiciteit, want dat gaat over de gezondheid van een woning.”
Op dit moment is slechts zo’n acht procent van de woningen, die in de regio worden gebouwd, circulair. Mullink: “Dat is niet zo vreemd want veel van de projecten, die ze nu aan het realiseren zijn, zijn tien jaar geleden bedacht en ontwikkeld. De duurzaamheidswensen en eisen zagen er toen nog wat anders uit. We zien in de ontwikkelingsplannen die nu worden neergelegd, en waar wij dus bij aan tafel zitten, dat wij de circulariteit kunnen verhogen.”
Hoewel de aandacht er is, erkent hij dat circulair bouwen nog wel degelijk in de kinderschoenen staat. “Je ziet dat vooral de traditionele en conventionele bouwpartijen nog werken met een vast bestek. Hiermee werken ze al jaren omdat het zekerheid en vertrouwen geeft. Deze werkwijze en gedachte moeten we doorbreken. Maar het is lastig omdat de bestaande business nog steeds in het teken staat van het lineaire gedachtegoed gericht op rendement. Daar moeten we verandering in brengen.”
“Aan de andere kant zien we opdrachtgevers worstelen met de vraag ‘wat moeten we uitvragen?’ Daar hebben we met veel gemeenten en corporaties gesprekken over
En dat begint in zijn visie bij een omslag van denken. “Er zijn wat dat betreft al veel mooie voorbeelden van projecten waar op een andere manier is ingekocht. Dat er bijvoorbeeld afspraken met een betoncentrale worden gemaakt voor het afnemen van granulaat of polymeer. Aan de andere kant zien we opdrachtgevers worstelen met de vraag ‘wat moeten we uitvragen?’ Daar hebben we met veel gemeenten en corporaties gesprekken over. Dan denken ze dat niets nog mogelijk is. Of dat er een stapeling van ambities ontstaat. Toch blijkt dat het kan. Dat heeft er mee te maken dat men naast duurzaamheidsfactoren kijkt of iets haalbaar, schaalbaar en betaalbaar is.” Tiemens: “Als je een project lineair rekent, moet je het over een termijn van pakweg 40 jaar afschrijven. Maar als je aan het eind van de levensduur nog een groot deel van de grondstoffen kunt gebruiken, krijg je een andere rekensom. Dan wordt circulair bouwen ineens een stuk interessanter omdat het aan de voorkant wel eens goedkoper kan zijn. Dat vind ik zo boeiend aan dit onderwerp, want je krijgt hele andere financieringsmodellen.” Dergelijke nieuwe modellen zijn in de ogen van Mullink uiteindelijk ook van belang om circulariteit uiteindelijk tot een no brainer te maken. “Een opdrachtgever zegt toch ‘zoveel geld heb ik beschikbaar’. ”
“Als je aan het eind van de levensduur nog een groot deel van de grondstoffen kunt gebruiken, krijg je een andere rekensom
Het stimuleren van partijen om met circulair bouwen aan de gang te gaan, zit volgens Tiemens heel nadrukkelijk in de agenda van de Groene Metropoolregio. “Het is een gezamenlijke ambitie en daar hebben alle gemeenten hun handtekening onder gezet. En met onder andere zo’n impactladder zijn we dat aan het operationaliseren. En verder jagen we kennisoverdracht aan.” Mullink knikt: “We hebben in de woondeal hele goede doelen gesteld, maar uiteindelijk moeten we die wel zien te bereiken. Daarnaast gaat de woondeal over nieuwbouw maar ligt er ook nog een flinke opgave in renovatie en verduurzaming van de bestaande woningvoorraad. Hoe gaan we dat doen? Dat kunnen we niet alleen en moeten we met elkaar uitstippelen.”
Na een korte stilte zegt Tiemens: “Maar het begint dat we met elkaar vaststellen dat we circulair bouwen belangrijk vinden en dat moeten gaan doen. En die afspraak hebben we met elkaar gemaakt.”
Lees meer artikelen:
Vorig artikel
Voorwoord
Volgend artikel