Logo
Magazine
Praktijk

A
l
s
 
j
e
 
i
e
t
s
 
v
o
o
r
a
f
 
a
l
 
a
f
v
a
l
 
n
o
e
m
t
 
b
l
i
j
f
t
 
h
e
t
 
o
o
k
 
a
f
v
a
l

Maik Knuiman – Procesmanager circulair delven kantoorgebouw Prinsenhof provincie Gelderland

Je kunt een gebouw wel volledig circulair willen demonteren, maar zonder afzetmarkt sta je onderaan de streep met lege handen. Voor die uitdaging stond Maik Knuiman, procesmanager circulair delven van kantoorgebouw Prinsenhof in Arnhem toen hij de materialen van het gebouw in de markt moest zetten. Met spandoeken aan de gevel en proactieve gesprekken met ketenpartners, wist Knuiman ruim 90 procent van het gebouw te hergebruiken. “Als je iets vooraf al afval noemt blijft het ook afval.”

Toen de provincie Gelderland haar intrek nam in het nieuwe Provinciehuis kwam kantoorgebouw Prinsenhof A leeg te staan. “Omdat het gebouw moeilijk te renoveren was, werd besloten om de aanwezige materialen circulair te delven,” vertelt procesmanager Maik Knuiman. “Omdat in een circulaire economie de keten met elkaar verbonden is, besloten we om met de keten in gesprek te gaan.” Dat leverde twee inzichten op.

Circulaire demontagebedrijven zien dat de huidige sloopovereenkomsten vooral dichtgetimmerd zijn. “Vooraf is al bepaald wat er met de materialen gebeurt. Dat biedt geen ruimte om goed naar het pand te kijken en rustig na te denken over mogelijke afzet van de materialen. Als je iets vooraf al afval noemt, dan blijft het ook afval.” Als tweede punt constateerden de ketenpartners dat als je een gebouw zoals Prinsenhof echt hoogwaardig wil hergebruiken, je voor de grote hoeveelheden beton, staal, aluminium en glas een doelgebouw nodig hebt. “De markt is er op dit moment nog niet aan toe om ergens grote hoeveelheden materiaal te delven, deze op te slaan om ze later weer te kunnen verkopen.”

We hebben verbeeldingskracht ingezet door een architect ontwerpen te laten maken met de beschikbare materialen

Toch wilde de provincie graag voldoen aan haar voorbeeldfunctie en besloot voor het hoogst haalbare te gaan. “Dat kwam in het begin nog niet goed van de grond,” geeft Knuiman toe. “We hebben verbeeldingskracht ingezet door een architect ontwerpen te laten maken met de beschikbare materialen. Zo konden we duidelijk laten zien welke potentie deze materialen nog steeds hebben.” Vanaf dat moment begon het idee te leven. “Laat ik voorop stellen dat er veel non-believers waren, die zeiden dat we het niet moesten doen, maar we besloten toch praktisch aan de slag te gaan. Zo hingen er grote spandoeken op het gebouw om de circulaire materialen onder de aandacht te brengen. De gemeente Arnhem had een sporthal aan de Middagsingel waar ze wellicht 1.050 m² kanaalplaatvloeren in kwijt konden. De 35 jaar oude platen blijken in de loop der jaren sterker geworden dan tijdens de bouw en voldeden prima voor dit project.”

Image

Het eerste waar Knuiman tegenaan liep, was het feit dat de handgeschreven berekeningen uit de bouwtijd niet meer klopten met het huidige bouwbesluit. Gelukkig was de oude leverancier van de kanaalplaatvloeren (1984) Dycore bereid om mee te denken. “Ze hebben de toenmalige berekeningen ingevoerd in een nieuw systeem dat de gegevens omzette naar bruikbare data.” Twee Arnhemse ondernemers zagen wel mogelijkheden in de aluminium gevelkozijnen. “Zij hebben met de kozijnen een circulaire fietsenstalling voor bezoekers van het Provinciehuis ontworpen. Heel biodivers én klimaatadaptief.

Alle begin is moeilijk. We hebben vooral geoefend en geleerd wat het precies betekent als je zegt ‘dit gaan we doen’

Het afzetten van 1.000 m² kanaalplaatvloer en 20 van de 400 kozijnen mag dan simpel lijken: dat is het niet. “Alle begin is moeilijk. We hebben vooral geoefend en geleerd wat het precies betekent als je zegt ‘dit gaan we doen’.” Met de order voor de eerste 1.000 m² kanaalplaatvloeren op zak moest er vervolgens wel een begin gemaakt worden met de demontage. “We hebben een eigen rekentool ontwikkeld om de markt uit te dagen om zo hoogwaardig en innovatief mogelijk in te schrijven. Daarin waarderen we de manier waarop het gebouw hoogwaardig hergebruikt wordt en de manier waarop dat kan worden gegarandeerd.” Ook innovatieve plannen kregen een kans. De firma Lagemaat kwam met een bijzonder plan voor een nieuw Circulair kenniscentrum in Heerde. “In dit plan worden bijna alle vloeren (7km kanaalplaat!) en kozijnen (ca. 400) maar ook de kernelementen 1-op-1 hergebruikt.  Voor een juiste demontage hebben ze zelfs de uitvoerder geïnterviewd die in 1984 de realisatie heeft begeleid. Grappig is dat de foto’s van de bouw toen, exact gelijk zijn aan die van de demontage nu.”

Circulair delven is feitelijk een logistiek proces

“Circulair delven is feitelijk een logistiek proces,” stelt Knuiman vast. Dat is door de firma Lagemaat volledig gedigitaliseerd door het oude gebouw in een bouw-informatie-model te zetten en daarin is ook de demontage inzichtelijk gemaakt.” Ook de ‘puzzelstukjes’ van het gebouw die klaar zijn om opnieuw gebruikt te worden, zijn in een digitaal model gezet. “Aan de hand van QR-codes kunnen ze precies zien waar een bepaald onderdeel zich bevindt, maar ook waar het straks in het nieuwe gebouw naartoe gaat. Daarmee wordt het puzzelen een stuk makkelijker.” 

Image

De resultaten liegen er niet om. Zo wordt 90 procent van het beton en de gehele gebouwschil 1-op-1 hergebruikt, worden alle installatiedelen en 97 procent van het binnenpakket hergebruikt. De overige twee miljoen kilo beton wordt gerecycled tot grondstoffen voor nieuw beton. ”We hebben door alles te hergebruiken zo’n 2.400 ton embodied CO2 bespaard ten opzichte van nieuwbouw.” Voor zulke resultaten moet je als circulair delver soms best creatief zijn. “Er was een dragend gevelelement wat volgens specialisten niet opnieuw te gebruiken was. Door deze gevel als een harmonica uit elkaar te trekken en met een lintzaag de gevelsteen te verwijderen, konden de elementen wel hergebruikt worden. Met creativiteit en slagkracht kom je er altijd uit, maar het toont tegelijkertijd wel aan dat je elkaar als ketenpartners nodig hebt.”  

Met creativiteit en slagkracht kom je er altijd uit

Voorbeeldproject valt in de prijzen

Voor het Europese samenwerkingsverband ReCreate is het project in Arnhem een groot voorbeeldproject. “In tegenstelling tot projecten in andere landen konden wij in het echt laten zien hoe we alles gedaan hebben.” Met het project sleepte de provincie Gelderland de Circulair Award Public 2023 in de wacht tijdens de Nationale Conferentie Circulaire Economie. “We hebben dit project zo ingezet dat het ook daadwerkelijk voortleeft. We geven echt mee wat de transitie naar een circulaire economie allemaal betekent. Het is niet een kwestie van alleen maar een voorbeeld neerzetten. Dat gebeurt al vaak genoeg. Je moet je kennis delen en scholen bij je projecten betrekken.” Zo namen in 2021 mbo-studenten van het ROC RijnIJssel deel aan de SMART-circulair challenge met het project Prinsenhof als casus. Deze challenge hebben ze trouwens gewonnen.

Aan de slag met opschaling

Om op te kunnen schalen zocht Knuiman contact met de Groene Metropoolregio. “Zij zijn al erg goed bezig met circulaire bouweconomie. Ook de woondeal Arnhem-Nijmegen heeft circulair bouwen als ambitie dus dat komt mooi bij elkaar.” Een derde lijn die ontstond was vanuit het betonakkoord, een consortium dat onder leiding van het ministerie van I & W aan de slag is gegaan met de Nationale Groeifondsaanvraag Beton Re-invented. “Zij hebben als ambitie om de komende tien, vijftien jaar de betonsector en alles wat daar mee te maken heeft te verduurzamen en circulair te maken.” Een logische stap als je beseft dat beton in massa, op water na, een van de meest gebruikte materialen ter wereld is. 

Bij de Gelderse Opschalingscases willen we aan de slag met opschaling van het 1-op-1 betonhergebruik concept

Op zich is Nederland al duurzamer bezig, bijvoorbeeld door gebruik van polymeren of andere toeslagstoffen waardoor CO2 wordt bespaard, maar de impact van beton is nog steeds groot. Bij de Gelderse Opschalingscases willen we aan de slag met opschaling van het 1-op-1 betonhergebruik concept. Bij het voorstel van het Nationale Groeifonds hebben we voorgesteld om de Gelderse Opschalingscases te starten in de Groene Metropoolregio en daarbij aan de slag te gaan met een tiental experimenten om de randvoorwaarden te creëren voor opschaling.” 

Image

Er zit volgens Knuiman namelijk nog steeds een gat tussen vraag en aanbod. “Je kunt iets wel zorgvuldig demonteren, maar als je het vervolgens niet kunt afzetten, heeft het weinig effect. De vraag naar het materiaal moet van de nieuwbouw komen.” Maar de nieuwbouw zit volgens hem nog met een ander vraagstuk. “Ze willen wel graag gerustgesteld worden dat het materiaal betrouwbaar is en geen experimenteel product.” Dat wordt gedaan door instanties als CROW, NEN en andere normerende en certificerende instellingen erbij te betrekken. Maar deze organisaties hebben op hun beurt wel experimenten (projecten van nieuwbouw en duurzame sloop) nodig om de kwaliteit te kunnen testen.

Door met de experimenten randvoorwaarden te schetsen voor verdere opschaling hoopt Knuiman beide impasses te doorbreken. “De experimenten variëren van de bouw van 200 nieuwbouwwoningen met circulair betonhergebruik tot het testen van een bepaald detail op brandveiligheid. Feitelijk zou daar meer overheidssturing op moeten komen. Dat hopen we nu vanuit de provincie samen met de Groene Metropoolregio op te pakken. We hopen dat die beton re-invented aanvraag in juni akkoord bevonden wordt door RVO. Dan kunnen we aan de slag en het idee verder uitrollen.” 

Lees meer artikelen: